donderdag 4 januari 2018

Gedachten over de oorsprong der families Van der Heijden uit Passewaaij en Zennewijnen

Vincent van der Heijden, januari 2018

Het is opvallend te noemen dat rond 1700 twee families Van der Heijden hun oorsprong vinden in twee naast elkaar gelegen dorpjes Passewaaij en Zennewijnen, langs de oever van de Waal. Ondanks dat er meerdere families met die naam in de streek zijn (bijvoorbeeld een grote familie uit Zoelen, één in Tiel, en meerdere in de Bommelerwaard, alsook in het Land van Maas en Waal), zijn er geen aanwijzingen dat deze twee families tot één van de andere behoren. In dit artikel onderzoek ik of het soms mogelijk is dat de Passewaaijse en de Zennewijnense families soms aan elkaar verwant zijn.



De familie in Passewaaij

In Passewaaij lijkt de familie aan te vangen met Gerrit Claassen van der Heijden, en diens waarschijnlijke broer Hermen Claassen van der Heijden. Zij zullen in de periode 1680-1690 geboren zijn. In die periode is in Passewaaij een Claes Arijens woonachtig, naar het schijnt de enige met die voornaam in dat dorp op dat moment. Hij laat in 1684 te Wadenoijen, waar Passewaaij onder valt, met zijn vrouw Geertje Jans een dochter Grietje dopen. Zij zouden de ouders kunnen zijn van Gerrit en Hermen. Tenslotte heeft Gerrit nog een dochter Girreken (=Gerritje, Geertje). 

Deze Claes Arijens is waarschijnlijk ook in Tiel te vinden; er zijn gevallen bekend dat lieden uit Passewaaij en Drumpt kinderen te Tiel lieten dopen. In Tiel zijn er nog drie kinderen gedoopt met vader Claes Arijens, namelijk Grietje (1681), Jan (1682) en Gerrit (1686). Het is waarschijnlijk dat het hier om dezelfde Claes gaat; immers, het gat tussen Jan en Gerrit is goed te vullen met de Grietje uit 1684, die dan zelf vernoemd is naar een eerder overleden zusje, en Jan kan vernoemd zijn naar zijn grootvader van moederszijde. Dit zou dus betekenen dat er een Claes uit Passewaaij is met een zoon Gerrit. De enige die hiervoor in aanmerking lijkt te komen is Gerrit Claassen van der Heijden. Het is dus mogelijk om Claes Arijens als stamvader de zien van deze familie. 

Een tweede aanwijzing vormt vervolgens de vondst van een Grietje van der Heijden te Tiel, die in 1716 huwt met Jan Jansz Elbers (van Nimwegen) uit Nijmegen. Ik kan haar niet koppelen aan de “stad-Tielse” familie Van der Heijden, maar het is mogelijk om haar te beschouwen als lid van deze familie in Passewaaij; onder haar vier kinderen zit tweemaal een dochter Gerritje (dan vernoemd naar Geertje Jans). Van de getuigen bij de dopen van haar kinderen zijn er twee bekend: Jacomijn van der Heijden en Aartje Deckers. De eerste zou op het eerste oog een zuster kunnen zijn, maar zij kan evengoed, misschien zelfs eerder de vrouw van Gerrit Claassen van der Heijden zijn, die Jeexken (Jacksken = Jacomina) heette. Aartje Deckers huwde te Tiel in 1697 met Hendrick Jans Pels, en is zelf afkomstig uit Passewaaij. Haar vader was Gerrit Jans Decker uit Passewaaij. Misschien is dit wel een broer van Geertje Jans; dan zou Aartje Grietjes nicht zijn. In ieder geval heeft deze Grietje banden met Passewaaij en is hierom vermoedelijk de Grietje die te Wadenoijen in 1684 is gedoopt.

Het is alleen jammer dat de doop van Hermen Claassen van der Heijden niet gevonden kan worden; er zitten wat hiaten in het doopboek van Wadenoijen. Hiernaast is er ook vermoedelijk een zuster Heelken (misschien Eelken), die getuige was bij de doop van een dochter van Gerrit Claassen van der Heijden. Hermen zou zijn dochter Aaltje naar haar vernoemd kunnen hebben.

In Wadenoijen huwt in 1700 een Arijen Claassen van Uijen, “uit Passewaaij”, met Margaretha Roshoff, uit Götterswickerhamm onder Wesel. Ondanks dat Arijen de herkomstnaam “van Uijen” voert (Uijen = Uden), is het goed mogelijk dat ook hij tot het gezin van Claes Arijensz behoort; immers, Claes was de enige met die voornaam te Passewaaij rond 1680; bovendien zou ik verwachten dat Claes ook nog een zoon Arijen zou noemen, naar zijn eigen vader. Het is dus mogelijk om Arijen als Van der Heijden te beschouwen, en dit zal naar blijkt van belang zijn voor de Zennewijnense familie.


De familie in Zennewijnen

In Zennewijnen vangt onze familie Van der Heijden aan met Jan van der Heijden, en zijn zusters Johanna en Clasijntje. Zij zullen geboren zijn rond 1700/5. Van Zennewijnen zijn geen doopboeken bekend uit die periode, omdat het tot de parochie van Ophemert behoort, waarvan de doopboeken pas in 1730 aanvangen. In de trouwboeken van rond 1700 is geen spoor van een Van der Heijden, dus de ouders zijn elders gehuwd. Op grond van de voornamen die alle kinderen krijgen is wel een en ander te bedenken.

Jan van der Heijden en Maria van der Burgh krijgen twaalf kinderen. Zij zullen vernoemd zijn zoals gebruikelijk was in die tijd; het vernoemingspatroon was wel hetzelfde als later, maar overleden familieleden kregen veelal de voorkeur over nog levende familieleden. Van de twaalf kinderen zijn er een aantal die vermoedelijk niet naar Maria’s kant vernoemd zijn, en dus naar Jans familie vernoemd zullen zijn, namelijk Ariaantje, Teunis, Margarita, Arie, Jan, Johanna en mogelijk ook Hendrik. Jan lijkt naar hemzelf vernoemd; Johanna naar zijn zuster. Hendrik kan als jongste mogelijk vernoemd zijn naar Jans zwager Hendrik van Helvert, of naar een oom van Maria van der Burgh. Voor Jans ouders of jong overleden broers en zusters komen dus de namen Teunis/Arie en Ariaantje/Margarita in aanmerking. Jans zuster Johanna van der Heijden kreeg één dochter Margrietje, wier naam niet voorkomt in de vaders familie. Zuster Clasijntje had geen kinderen.

Op grond van deze vernoemingen lijkt het een interessante aanname dat zij mogelijk de kinderen zijn van Arijen Claassen van Uijen, de mogelijke broeder van Gerrit en Hermen Claassen van der Heijden, en van Margaretha Roshoff. Zij zijn dan na hun huwelijk te Passewaaij in 1700 de Waal afgezakt naar Zennewijnen. Jan kan vernoemd zijn naar Arijens mogelijke broeder Jan (1682), Clasijntje naar vader Claes, en Johanna naar moederszijde. Jans eigen zoon Teunis is dan misschien naar een niet nader bekende jong overleden broeder vernoemd.

Margaretha Roshoff is helemaal uit Götterswickerhamm afkomstig, dat bij Wesel ligt. Interessant is de vondst van Jenneke Gerrits Roshoff, ook uit Götterswickerhamm. Zij huwt (katholiek) te Andelst op 26 december 1697 met Willem Jacobs van Raeij. Zij hebben voorzover ik zie vier kinderen Jacob (1698), Joanna (1700), Henricus (1703) en Henrica (1706). Mogelijk is zij Margaretha’s zuster. Bij haar huwelijk woonde Jenneke in Nijmegen. Misschien woonde Margaretha daar ook wel even, voordat ze richting Tiel is gereisd.


Brabant?

Het is dus mogelijk om de families uit Zennewijnen en Passewaaij aan elkaar te verbinden, maar alleen als de aannames kloppen; het kan net zo goed even anders zitten. Hiervoor zijn notariele akten nodig, die maar al te vaak nooit zijn opgemaakt. Tevens spreken we over een periode waarin achternamen vaak achterwege werden gelaten. Sterker nog, wanneer bovenstaande aannames kloppen, dient uitgelegd te worden waarom Arijen Claassen zich “van Uijen” noemt bij zijn huwelijk, en niet “van der Heijden” zoals dan zijn vermoedelijke broeders én zijn vermoedelijke kinderen zich noemen. Arijen huwt in 1700. Pas 15 jaar later, bij Gerrits huwelijk is de naam Van der Heijden te vinden. Rond 1700 werden velen nog niet met achternaam genoemd, hoewel er al wel een toename was ten opzichte van 1670. Degenen die met achternaam genoemd werden, droegen in deze streek uitzonderlijk vaak een herkomstnaam. Zo noemen vooral families van buiten zich naar hun plaats van herkomst, een voorbeeld is de familie Van Lith. Een familie Van Eck maakt het wel heel bont; zij stonden eerst als Van Avezaath bekend, en eerder in Avezaath als Van Doorn. Ik vermoed dus dat de familie zich weliswaar reeds Van der Heijden noemde, maar in die tijd van optionele vermelding van familienamen bekend stond als de familie “van Uden”.



Het is vermoedelijk dan de vader Claas die uit Uden komt, maar dat is iets voor verder onderzoek, en op het moment speculatie. Het zou echter wel in overeenstemming zijn met de achternaam Van der Heijden zelf, die vooral in het oosten van Noord-Brabant voorkomt. De naam is dan waarschijnlijk reeds in Uden gevoerd, een dorp omringd door heidevelden. Ook mijn DNA-lijn, die veel meer in overeenstemming is met een continentaal-Keltische afkomst dan met een Germaanse zou kunnen duiden op een herkomst ten zuiden van de rivieren. Zijn we dan Brabants? Uden was geen onderdeel van Brabant, maar van het Land van Ravestein. In ieder geval zijn er voorlopig genoeg speculaties die nader onderzocht kunnen worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten